Geschiedenis
De oudst bekende vermelding van de Wiersse dateert uit 1288, toen door de abdis van het adellijke vrouwenklooster te Hoog-Elten in een akte werd opgenomen dat de pacht jaarlijks op haar huis ‘de Wedersche’ moest worden voldaan. Tot de 16e eeuw is de band tussen het klooster en het landgoed blijven bestaan.
In 1678 komt de Wiersse in het bezit van Enno Matthias ten Broek, lid van het college van burgemeester en wethouders van Zutphen. De nauw verwante families die sinds die tijd eigenaar zijn geweest, Van Heeckeren, Van Limburg Stirum, de Stuers en Gatacre, waken nog steeds als leeuwen boven op de hekpilaren van het voorplein, de familiewapens als schild voor zich houdend. Het zijn ook deze families die als ontwerpers de tuingeschiedenis van De Wiersse bepaald hebben en inmiddels voor meer dan drie eeuwen continuïteit in beheer zorg gedragen hebben.
Lees hieronder verder >
In het gehele landgoed zijn sporen historie leesbaar. In de zeventiende eeuw wordt de eerste formele tuin op het landgoed aangelegd binnen de huidige zestien hectare tuinen. De deels nog bestaande lanen die evenwijdig lopen aan de binnen- en buitengrachten van het kasteel getuigen daarvan.
In de periode tussen de laat 18e eeuw en 1833 wordt begonnen de ‘gronden van vermaak’ in een landschappelijke aanleg om te vormen. De karpervijvers worden vergraven en voorzien van onregelmatige oevers en er worden slingerende paden aangelegd. Tevens worden schiereilanden gemaakt en heuveltjes opgeworpen. Dit gebied is nu nog te herkennen in het oostelijke deel van de aanleg, de Wilde tuin.
In de tweede helft van de 19e eeuw raken huis en tuinen licht in verval. Vermoedelijk is al vóór deze periode de formele tuin ten oosten van het huis in een moes- en bloementuin veranderd.
Lees hieronder verder >
In 1892 trouwt de dochter van Van Limburg Stirum, Aurelia Carolina, met Victor de Stuers. In november van datzelfde jaar koopt De Stuers het Landgoed uit de boedel van zijn schoonouders en in 1912 wordt het huis door hem gerestaureerd. Victor de Stuers was de eerste referendaris voor de Kunsten en Wetenschappen. Victor de Stuers werd reeds op jonge leeftijd invloedrijk in de Nederlandse politiek, tegen het einde van de regeringsperiode van de kabinetten van Thorbecke. Hij wordt veelal als tegenpool van Thorbecke gezien in die zin dat Victor de Stuers in het kunst-, monumenten- en cultuurbeleid een grote rol weggelegd zag voor de overheid, waar Thorbecke liever zag dat de Staat terughoudend optrad. Hij staat algemeen bekend als de grondlegger van de monumentenzorg in Nederland en was nauw betrokken bij de bouw en het opzetten van de collectie van het Rijksmuseum. Tevens heeft hij de Vereniging Rembrandt geïnitieerd, was hij intensief betrokken bij het beleid van Rijksmusea en andere musea en heeft hij zich bemoeid met het archiefwezen. Biograaf Jos Perry bestempelt De Stuers dan ook als ‘erflater van Nederlands tweede gouden eeuw’. Het eerste exemplaar van de nieuwe Erfgoedwet werd door minister Bussemaker dan ook uitgereikt aan E.V. Gatacre (kleinzoon van Victor de Stuers) en zijn dochter Mary Gatacre.
Lees hieronder verder >
De moes- en bloementuin ten oosten van het huis (op de plaats van de 18e eeuwse formele tuin) wordt na restauratie van het huis voorzien van een buxus- en rozenparterre die door de 16-jarige Alice de Stuers in 1911 is ontworpen. De moestuin wordt naar de zuidoosthoek van de aanleg verplaatst. Een jaar later heeft Alice haar Rozentuin verdubbeld en een verdiepte Lage tuin met borders en een rond vijvertje aangelegd, geïnspireerd door de toen populaire Engels-Italiaanse stijl.
In 1918 begint de toekomstige echtgenoot van Alice de Stuers, William Edward Gatacre, van Engels-Ierse afkomst, aan de tuin, de ‘gronden van vermaak’, het park en het omringende landgoed structuur te geven.
Hij verlegt wegen tot de grenzen van het park. De dicht bij de tuinen liggende boerderijen worden door beplanting aan het oog onttrokken. Hij ontwerpt vista’s, romantische doorzichten in het park en assen in de tuin die middels bruggen met elkaar worden verbonden en geaccentueerd worden door banken, geschoren taxushagen, taxusfiguren, fonteinen, beelden en vazen. De van noord naar zuid lopende zandweg, naast de oostelijke buitengracht, wordt omgevormd tot een breed pad dat in het zuiden eindigt bij een berceau met een hoge fontein: het beginpunt van een lange S-vormige charmille, een tunnel van beuk, die via de tennistuin en een kleine boomgaard naar de uit 1912 daterende moestuin leidt.
Lees hieronder verder >
Tijdens een tweede restauratie van het huis, in de periode 1921-1925, wordt het huis door Alice de Stuers en W.E. Gatacre met twee traveeën verlengd en wordt de voorgevel door de restauratiearchitect Slothouwer voorzien van een uitspringende entreepartij naar schetsen van W.E. Gatacre.
In deze periode wordt ook de – vermoedelijk vroeg in de 19e eeuw gedempte – zuidzijde van de binnengracht weer uitgegraven. Aan weerszijden van het voorplein worden twee nieuwe bouwhuizen gebouwd, met hetzelfde 18e eeuwse karakter als het huis. In het westelijke bouwhuis wordt een ruimte gemaakt om de Grote Zaal uit Victor de Stuers’ huis in Den Haag onder te brengen. In 1945 blaast de Duitse bezetter helaas één van de twee bouwhuizen, namelijk het bouwhuis zonder de Zaal van Victor de Stuers, op. Dit is na de oorlog niet herbouwd.
Lees hieronder verder >
In 1963 neemt E.V. Gatacre, enig kleinzoon van Victor de Stuers, het beheer van het landgoed over. Hij en zijn echtgenote Laura Gatacre ontwikkelden het landgoed en de tuinen verder in de geest van zijn ouders en grootouders en hebben het landgoed in 2008 bij een stichting ondergebracht om deze continuïteit ook in de toekomst te waarborgen. Vanaf dat moment hebben E.V. Gatacre en Laura Gatacre de directie gevoerd van de BV waarin de aandelen gehouden worden door de stichting. In 2018 namen dochter Mary Gatacre en haar echtgenoot Aart Jonkers de directie van het landgoed over.
E.V. Gatacre is in mei 2020 overleden. Laura Gatacre woont nog op het landgoed en blijft betrokken bij de tuinen. De directie wordt indien nodig vervangen door de opzichter Jan Keurentjes die sinds 1986 de dagelijkse taken van een rentmeester uitvoert en verantwoordelijk is voor administratie, bos- en landbouw, watermanagement, onderhoud van gebouwen en aannemerswerkzaamheden.
De continuïteit van drie eeuwen liefdevol familiebeheer is op de Wiersse overal merkbaar.